droef

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  droef    (hulp, bestand)
  • IPA: /druf/
Woordafbreking
  • droef
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘neerslachtig’ voor het eerst aangetroffen in 1201 [1]
  • [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen droefdroeverdroefst
verbogen droevedroeveredroefste
partitief droefsdroevers-

Bijvoeglijk naamwoord

droef

  1. treurig stemmend, verdrietig makend
    • Hij had zojuist het droeve nieuws van haar overlijden vernomen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord droef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


West-Vlaams

Bijvoeglijk naamwoord

droef

  1. stout
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.