droeftoeter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: droeftoeter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdruftutər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- droef·toe·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van droef en toeter
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | droeftoeter | droeftoeters |
| verkleinwoord | droeftoetertje | droeftoetertjes |
Zelfstandig naamwoord
de droeftoeter m
- (pejoratief) iemand die droevig is, depressieveling
- (pejoratief) iemand die vrij kansloos is en waar je droevig van wordt
- (muziekinstrument) koosnaam voor saxofoon
Gangbaarheid
- Het woord 'droeftoeter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "droeftoeter" herkend door:
| 39 % | van de Nederlanders; |
| 23 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.