drommel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  drommel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • drom·mel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘beklagenswaardig persoon’ voor het eerst aangetroffen in 1782 [1][2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord drommel drommels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedrommelm

  1. (religie) duivel
  2. beklagenswaardig persoon
Synoniemen
Typische woordcombinaties

[2] "beklagenswaardig persoon"

  • Een arme drommel
Een zielig persoon

Tussenwerpsel

drommel

  1. (krachtterm) uitroep van boze verontwaardiging
    • Wat drommel! 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord drommel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.