dubbelpartner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dubbelpartner    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dub·bel·part·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbelpartner dubbelpartners
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedubbelpartnerm

  1. (sport) (tennis) partner bij het dubbelspel
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord dubbelpartner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.