duenna

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duenna    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • du·en·na
enkelvoud meervoud
naamwoord duenna duenna's
verkleinwoord duennaatje duennaatjes

Zelfstandig naamwoord

duenna

  1. (verouderd) oude tante[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'duenna' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Dirk Noothoven van Goor (1864), Nieuw, volledig zakwoordenboek der Nederlandsche taal, p. 96.

Engels

enkelvoud meervoud
duenna duennas

Zelfstandig naamwoord

duenna

  1. duenna
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.