duifachtigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duifachtigen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • duif·ach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duifachtigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deduifachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord duifachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) een orde Columbiformes  van vogels met meer dan 300 soorten. De orde omvat volgens een inmiddels verouderde indeling twee families
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • [2] zie de categorie: Duifachtigen in het Nederlands
  • [2] duiven

Gangbaarheid

  • Het woord 'duifachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.