duizelig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duizelig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdœyzələx/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dui·ze·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de stam van duizelen met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen duizeligduizeligerduizeligst
verbogen duizeligeduizeligereduizeligste
partitief duizeligsduizeligers-

Bijvoeglijk naamwoord

duizelig

  1. een gevoel waarbij alles lijkt rond te draaien en het gevoel voor evenwicht verstoord is
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord duizelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.