duldeloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duldeloos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dul·de·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van dulden met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen duldeloosduldelozerduldeloost
verbogen duldelozeduldelozereduldelooste
partitief duldeloosduldelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

duldeloos

  1. niet te dulden, niet te verdragen
    • De terminale patiënt had een duldeloos lijden en vroeg dan ook om euthanasie. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'duldeloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
33 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.