duplicator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duplicator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • du·pli·ca·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duplicator duplicatoren
duplicators
verkleinwoord duplicatortje duplicatortjes

Zelfstandig naamwoord

deduplicatorm

  1. apparaat voor het vervaardigen van duplicaten

Gangbaarheid

  • Het woord 'duplicator' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.