duts

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duts    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • duts
enkelvoud meervoud
naamwoord duts dutsen
verkleinwoord dutsje dutsjes

Zelfstandig naamwoord

dedutsm

  1. sukkel, onnozel persoon
    • Och wat ben jij toch een enorme duts. 
  2. iemand die iets naars heeft meegemaakt en waarmee je dus medelijden hebt
Synoniemen
  1. stumper, sufferd

Gangbaarheid

  • Het woord duts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.