ecoviaduct

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ecoviaduct    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eco·vi·a·duct
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ecoviaduct ecoviaducten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ecoviaduct m/o

  1. door mensen gebouwde oversteekplaats voor wild
     Gisteren trokken de felgekleurde hesjes van de verkeersregelaars de aandacht van menig passant op de Rijssensestraat. 'Respect voor verkeersregelaars bij ecoviaduct tussen Wierden Rijssen! In tenue met deze hitte de 'eenzame fietser' tegenhouden', twittert Rijssenaar Bastiaan Schuitert.[1]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ecoviaduct staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Asfalt ontsluit parallelweg N350” (16-07-2013), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.