eek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eek
enkelvoud meervoud
naamwoord eek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deeekv/m

  1. (leerbewerking) eikenschors, eertijds gebruikt als looimiddel
    • Wanneer eek in de laaf met water wordt aangemaakt wordt het run genoemd. 

Gangbaarheid

  • Het woord eek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.