eendelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eendelijk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- een·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | eendelijk | eendelijker | eendelijkst |
| verbogen | eendelijke | eendelijkere | eendelijkste |
| partitief | eendelijks | eendelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
eendelijk [2]
- eenzaam en alleen
- naar, vervelend, ontzettend
Synoniemen
- [1] eenlijk, eenzaamheid, alleen, verlaten, allenig
Antoniemen
- [1] samen
Gangbaarheid
- Het woord eendelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eendelijk" herkend door:
| 22 % | van de Nederlanders; |
| 14 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ eendelijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.