eenhonderdentien

Nederlands

0110
eenhonderdentien,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  eenhonderdentien    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌenhɔndərtɛnˈtin/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • een·hon·derd·en·tien
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdentien

  1. "110", langere vorm van honderdtien, honderd plus tien (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdentien euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdentien. 
Synoniemen
  • honderdtien (deze kortere vorm is de gangbare vorm, "eenhonderdentien" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdentien" ht als linkerdeel

  • eenhonderdentienduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'eenhonderdentien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.