eenhonderdzestig
Nederlands
0 | 1 | 6 | 0 |
eenhonderdzestig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈsɛstəx / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en zestig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdzestig
- "160", langere vorm van honderdzestig, honderd plus zestig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdzestig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- eenhonderdzestigste
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdzestig" ht als linkerdeel
- eenhonderdzestigduizend
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.