eierleggende tandkarpers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eierleggende tandkarpers    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ei·er·leg·gen·de tand·kar·pers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eierleggende tandkarpers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deeierleggende tandkarpersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord eierleggende tandkarper
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Cyprinodontidae  van straalvinnige vissen uit de orde van tandkarpers (Cyprinodontiformes )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'eierleggende tandkarpers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.