beenvissen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beenvissen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • been·vis·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beenvissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debeenvissenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beenvis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een grote infraklasse Teleostei  van vissen. Met meer dan 95% van alle nog levende vissoorten, vormen de beenvissen veruit de grootste groep binnen de klasse der straalvinnigen (Actinopterygii ). Beenvissen kenmerken zich door een goed ontwikkeld skelet dat geheel verbeend is. Dit in tegenstelling tot de kraakbeenvissen (Chondrichthyes ), die een kraakbeenskelet hebben. Beenvissen hebben gespecialiseerde kaakbeenderen waarmee ze relatief grote prooien kunnen vangen en doorslikken
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord beenvissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.