elev
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: elev (hulp, bestand)
- IPA: / ˈelẹ:v /
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan het Franse zelfstandige naamwoord élève, dat van het Franse werkwoord élever komt, dat weer vie het Italiaanse zelfstandige naamwoord allievo (van het Italiaanse werkwoord allevare) van het Latijnse werkwoord allevāre komt
Naar frequentie | 3970 |
---|
elevs | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | elev | eleven | elever | eleverna |
genitief | elevs | elevens | elevers | elevernas |
Zelfstandig naamwoord
elev, g
- (juridisch) leerling, pupil, scholier
- «En annan elev har pekats ut som gärningsman.»
- Een andere student is geïdentificeerd als de dader.
- «En annan elev har pekats ut som gärningsman.»
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.