emmerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: emmerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- em·mer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
emmeren |
emmerde
- enkelvoud verleden tijd van emmeren
- Ik emmerde.
- Jij emmerde.
- Hij, zij, het emmerde.
- Ik emmerde.
Gangbaarheid
- Het woord emmerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Zelfstandig naamwoord
emmerde v
- (spreektaal) gelazer, gedonder
- «Mon voisin, il me cherche des emmerdes, la dernière fois il m’a envoyé les flics.»
- Mijn buurman zoekt altijd problemen, de laatste keer heeft-ie de smerissen op me afgestuurd. [1]
- «Mon voisin, il me cherche des emmerdes, la dernière fois il m’a envoyé les flics.»
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.