emotioneel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emotioneel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • emo·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vatbaar voor ontroering’ voor het eerst aangetroffen in 1894 [1]
  • afgeleid van emotie met het achtervoegsel -eel [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen emotioneelemotioneleremotioneelst
verbogen emotioneleemotionelereemotioneelste
partitief emotioneelsemotionelers-

Bijvoeglijk naamwoord

emotioneel

  1. zeer vatbaar voor gevoelens
    • Het emotionele meisje wist haar gevoeligheid toch onder controle te krijgen. 
  2. sterke gevoelens oproepend
     Een stuk plastic dat niet meer dan 1 cent waard was. Waarschijnlijk was ze hem bij de laatste waterbron vergeten, meer dan 10 kilometer terug. ‘Ach, je kan wel een nieuwe in het volgende dorp kopen,’ probeerde ik nog. Maar nee, ze moest en zou haar fles terugvinden. De fles had veel emotionele waarde voor haar.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord emotioneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.