employ

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  employ (VS)    (hulp, bestand)
vervoeging
onbepaalde wijs to  employ 
he/she/it  employs 
verleden tijd  employed 
voltooid
deelwoord
 employed 
onvoltooid
deelwoord
 employing 
gebiedende wijs  employ 

Werkwoord

employ

  1. overgankelijk, (economie) aannemen [8], in dienst nemen, werk geven
  2. overgankelijk aanwenden, gebruikmaken van
  3. overgankelijk bezighouden
Afgeleide begrippen
enkelvoud meervoud
employ employs

Zelfstandig naamwoord

employ

  1. (economie) betrekking [2], dienstverband, emplooi, post [7]
    «The school district has six thousand teachers in its employ
    Het schooldistrict heeft zesduizend leraren in dienst.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.