encadreren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  encadreren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • en·ca·dre·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inlijsten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
  • afgeleid van het Franse encadrer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
encadreren
encadreerde
geëncadreerd
zwak -d volledig

Werkwoord

encadreren [4]

  1. overgankelijk inlijsten
  2. overgankelijk omsluiten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord encadreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.