engerd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  engerd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • en·gerd
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van eng met het achtervoegsel -erd
enkelvoud meervoud
naamwoord engerd engerds
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deengerdm

  1. akelig persoon
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord engerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.