envie

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  envie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑ̃.vi/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  envie     l'envie     envies     les envies  

Zelfstandig naamwoord

envie v

  1. begeerte, goesting, lust, trek, verlangen
  2. afgunst, jaloezie, naijver
  3. (medisch) moedervlek, wijnvlek
  4. (medisch) nijnagel

Werkwoord

vervoeging van
envier

envie

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van envier
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van envier
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van envier
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.