nijnagel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nijnagel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nij·na·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nijnagel | nijnagels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de nijnagel m
- (medisch) een aandoening van de nagel waarbij de huid langs de nagelriem is ingescheurd
Synoniemen
- dwangnagel, stroopnagel
Gangbaarheid
- Het woord nijnagel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nijnagel" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ nijnagel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.