espera

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • es·pe·ra
enkelvoud meervoud
espera esperas

Zelfstandig naamwoord

espera v

  1. het wachten, afwachting
  2. wachttijd

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    esperar

    espera

    1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van esperar
    2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van esperar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.