wachttijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wachttijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wacht·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wachttijd wachttijden
verkleinwoord wachttijdje wachttijdjes

Zelfstandig naamwoord

dewachttijdm

  1. tijd dat men wachten moet voordat iets gebeurt
    • Wie in Amsterdam Centrum in een sociale huurwoning wil wonen, moet rekenen op een wachttijd van zeventien jaar. [2] 
     Het digitale aanvraagloket ging vrijdag rond 10.00 uur open. De animo was zeer groot, waardoor wachttijden ontstonden. Kort na 12.00 uur was er al geen budget meer te krijgen, terwijl er nog wel mensen in de wachtrij stonden.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wachttijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. www.parool.nl
  3. Weblink bron “STAP-budget al binnen 2,5 uur op door stortvloed aan aanvragen” (01 juli 2022), NU.nl
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.