ets
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ets (hulp, bestand)
- IPA: /ɛts/
Woordafbreking
- ets
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘door etsen verkregen voorstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
- Ontleend aan Vroegnieuwhoogduits etzen [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ets | etsen |
verkleinwoord | etsje | etsjes |
Zelfstandig naamwoord
de ets v / m [3]
- afbeelding gemaakt met behulp van inbijting van zuur
- plaat met een dergelijke afbeelding
- De kunstenaar had zijn ets net op tijd af.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
etsen |
ets
Gangbaarheid
- Het woord ets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ets" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ets" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ets op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.