ets

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ets    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛts/
Woordafbreking
  • ets
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘door etsen verkregen voorstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
  • Ontleend aan Vroegnieuwhoogduits etzen [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ets etsen
verkleinwoord etsje etsjes

Zelfstandig naamwoord

deetsv/m [3]

  1. afbeelding gemaakt met behulp van inbijting van zuur
  2. plaat met een dergelijke afbeelding
    • De kunstenaar had zijn ets net op tijd af. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
etsen

ets

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van etsen
    • Ik ets. 
  2. gebiedende wijs van etsen
    • Ets! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van etsen
    • Ets je? 

Gangbaarheid

  • Het woord ets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.