evenhoevige

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  evenhoevige    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌevənˈhuvəɣə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • even·hoe·vi·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord evenhoevige evenhoevigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deevenhoevigev/m

  1. (dierkunde) benaming voor een dier uit de orde Artiodactyla , zoogdieren met twee of vier tenen met hoeven
     Vind je een hoefafdruk met twee (koe) of vier (varken) klauwen dan gaat het om een evenhoevige.[2]
Hyponiemen
  • zie de categorie: Evenhoevigen in het Nederlands

Bijvoeglijk naamwoord

evenhoevige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van evenhoevig
     MKZ is een ziekteverwekker die om zichzelf in stand te houden evenhoevige dieren nodig heeft.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord evenhoevige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Wim Köhler
    “Kan mijn huisdier mond- en klauwzeer krijgen?” (30 maart 2001) op nrc.nl
  3. Weblink bron
    J.P.J.M. de Munter
    “Brieven : Besmet vee” (19 april 2001) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.