evenveel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  evenveel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • even·veel
Woordherkomst en -opbouw

Rangtelwoord

evenveel [1]

  1. in gelijke hoeveelheid
    • Ik heb dit jaar evenveel geld verdiend als vorig jaar. 
     De gesprekken met deze dames waren diepgaander, maar voor de rest vloekten ze evenveel als de gemiddelde man, lieten ze evenveel scheten, rookten ze evenveel wiet en liepen ze even hard.[2]
Typische woordcombinaties
  • evenveel als
Vertalingen

Bijwoord

evenveel (verouderd en gewestelijk)

  1. van gelijke betekenis, op hetzelfde neerkomend

Gangbaarheid

  • Het woord evenveel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.