extrinsiek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  extrinsiek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ex·trin·siek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘niet wezenlijk, nominaal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1910 [1] [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen extrinsiekextrinsiekerextrinsiekst
verbogen extrinsiekeextrinsiekereextrinsiekste
partitief extrinsieksextrinsiekers-

Bijvoeglijk naamwoord

extrinsiek [3]

  1. tot het uiterlijke behorend, niet wezenlijk
  2. (handel) nominaal
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord extrinsiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.