förbud

Zweeds

Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van bud met het voorvoegsel för-
förbuds enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     förbud     förbudet     förbud     förbuden  
  genitief     förbuds     förbudets     förbuds     förbudens  

Zelfstandig naamwoord

förbud o

  1. verbod

Zelfstandig naamwoord

förbud

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van förbud
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.