bud

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  bud (US)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
bud buds

Zelfstandig naamwoord

bud

  1. knop [2], kiem
  2. (informeel) buddy, maat [1]

Zweeds

Zelfstandig naamwoord

buds enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     bud     budet     bud     buden  
  genitief     buds     budets     buds     budens  

bud o

  1. bod, aanbod
  2. gebod
  3. boodschap
  4. boodschapper

Zelfstandig naamwoord

bud

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van bud
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.