fallecimiento

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • fa·lle·ci·mien·to
enkelvoud meervoud
fallecimiento fallecimientos

Zelfstandig naamwoord

fallecimiento m

  1. (het) overlijden, (het) sterven
  2. sterfgeval
    • Corso sabía por experiencia que, tras el fallecimiento de un bibliófilo, a las venticuatro horas de salir el féretro salía la biblioteca por la misma puerta.  [1]

Verwijzingen

  1. Arturo Pérez-Reverte, El club Dumas, 1993 (2008 uitg., ISBN 9788466320702)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.