fallisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fallisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fal·lisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fallischfallischer
verbogen fallischefallischere
partitief fallischfallischers-

Bijvoeglijk naamwoord

fallisch

  1. (medisch) met betrekking tot het mannelijk lid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fallisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
75 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.