farm
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: farm (hulp, bestand)
- IPA: / fɑːrm / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- farm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | farm | farms |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de farm m
- grootschalig particulier landbouwbedrijf, meestal gebruikt voor boerderijen in het buitenland of boerderijen met ongewone producten.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord farm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "farm" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ farm op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Broekaert, J.Restaurant De Haan is innemend, maar de gerechten schieten alle kanten op (6 juni 2019) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-06-27
- ↑ Vroomen, L. degeciteerd in:Keppel, P.Australische boer vernedert backpackers als "office boy" Loek (19 augustus 2018) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-06-27
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: farm (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /faː(r)m/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudfranse ferme.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
farm | farms |
Zelfstandig naamwoord
farm
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.