farma
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: farma (hulp, bestand)
Woordafbreking
- far·ma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | farma | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de farma v
- (afkorting) (farmacologie) farmacie, farmaciebranche
Afgeleide begrippen
- farma-aandeel, farma-afdeling, farma-industrie, farmabedrijf, farmaconcern, farmadivisie, farmagroep, farmahoek, farmareus, farmasector, farmatak
Gangbaarheid
- Het woord farma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.