fasciste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fasciste (hulp, bestand)
- IPA: /fɑ.sʲɪstə/
Woordafbreking
- fas·cis·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fasciste | fascistes |
verkleinwoord | fascistetje | fascistetjes |
Zelfstandig naamwoord
de fasciste v
- (persoon) (geschiedenis) aanhangster van Mussolini's politieke beweging in het Italië van de jaren 1920 tot 1945
- (persoon) (politiek) aanhangster van een autocratische, corporatistische stroming die politiek geweld niet schuwt
Verwante begrippen
vrouwelijke vorm van fascist
Gangbaarheid
- Het woord 'fasciste' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Afrikaans
Zelfstandig naamwoord
fasciste mv
Verwijzingen
- ↑ Kotzé, D.J. (1970). Nasionalisme: Geskiedenis en Pan-Nasionalistiese Bewegings, p. 165. Uitg.: Tafelberg-Uitgewers.
Frans
Uitspraak
- IPA: /fa.ʃist/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk / vrouwelijk |
fasciste | fascistes |
Bijvoeglijk naamwoord
fasciste
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
fasciste | le/la fasciste | fascistes | les fascistes |
Zelfstandig naamwoord
fasciste v/m
Italiaans
Zelfstandig naamwoord
fasciste v
- vrouwelijke meervoudsvorm van fascista
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.