fattig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fattig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fat·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van fat met het achtervoegsel -ig [1]
stellend
onverbogen fattig
verbogen fattige

Bijvoeglijk naamwoord

fattig [2]

  1. zich als een fat gedragend, fatterig

Gangbaarheid

  • Het woord 'fattig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
33 %van de Nederlanders;
27 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Zweeds

Bijvoeglijk naamwoord

fattig

  1. arm
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.