fiancée

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fiancée    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌfijɑ̃ˈse/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • fi·an·cée

Zelfstandig naamwoord

defiancéev

  1. verouderde spelling of vorm van fiancee tot 1996

Gangbaarheid

  • Het woord 'fiancée' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Frans

Uitspraak
  • IPA: /fi.jɑ̃.se/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  fiancée     fiancées     la fiancée     les fiancées  

Zelfstandig naamwoord

fiancée v

  1. een verloofde vrouw
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.