fideel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fideel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fi·deel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘trouwhartig’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
  • afgeleid van het Franse fidèle met het achtervoegsel -eel [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fideelfidelerfideelst
verbogen fidelefidelerefideelste
partitief fideelsfidelers-

Bijvoeglijk naamwoord

fideel [3]

  1. trouwhartig
  2. opgeruimd van humeur
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fideel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.