fidget

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  fidget (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
fidget fidgets

Zelfstandig naamwoord

fidget

  1. (persoon) iemand die niet rustig kan blijven, zenuwlijer, zenuwpees
  2. onrustige, gespannen toestand waarin iemand verkeert
vervoeging
onbepaalde wijs to  fidget 
he/she/it  fidgets 
verleden tijd  fidgeted 
voltooid
deelwoord
 fidgeted 
onvoltooid
deelwoord
 fidgeting 
gebiedende wijs  fidget 

Werkwoord

fidget

  1. onovergankelijk niet stil kunnen blijven zitten, de zenuwen/kriebels enz. hebben
  2. overgankelijk gespannen/onrustig//nerveus/zenuwachtig maken, de zenuwen bezorgen
Overerving en ontlening

Verwijzingen

  1. fidget, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.