fietspolo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietspolo    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fiets·po·lo
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietspolo -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetfietspoloo

  1. (sport) teamsport net als polo maar waar de paarden vervangen zijn door fietsen

Gangbaarheid

  • Het woord 'fietspolo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.