fijnbesnaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fijnbesnaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fijn·be·snaard
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fijnbesnaardfijnbesnaarderfijnbesnaardst
verbogen fijnbesnaardefijnbesnaarderefijnbesnaardste
partitief fijnbesnaardsfijnbesnaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

fijnbesnaard [1]

  1. met een subtiel gevoelsleven
    • Deze vogel kan behoorlijk hard opereren, maar klinkt toch altijd fijnbesnaard. Het subtiele uitfaden van zijn dwarrelende fluitklanken geeft iets aarzelends aan het dier dat verder één bonkje zelfovertuiging is.[2] 
    • Patrick Laureij blijkt een fijnbesnaard stand-upcomedian te zijn, die zijn onderwerpen telkens van originele invalshoeken voorziet. Dekking hoog is geraffineerde comedy en ontroering ineen.[3]  
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fijnbesnaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Frans van der Helm 3 april 2017
  3. Volkskrant Joris Henquet 23 mei 2016
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.