filmoloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  filmoloog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fil·mo·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van film met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord filmoloog filmologen
verkleinwoord filmoloogje filmoloogjes

Zelfstandig naamwoord

defilmoloogm

  1. (beroep) theoreticus van de cinematografie
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'filmoloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.