flappen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flappen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • flap·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
flappen
flapte
geflapt
zwak -t volledig

Werkwoord

flappen [2]

  1. met een ruk gooien, smijten
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

deflappenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord flap

Gangbaarheid

  • Het woord flappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.