flislegger

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • flisĀ·legĀ·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van flis en legge met het achtervoegsel -er.

Werkwoord

flislegger

  1. tegenwoordige tijd van flislegge
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   flislegger     flisleggeren     flisleggere     flisleggerne  
genitief   flisleggers     flisleggerens     flisleggeres     flisleggernes  

Zelfstandig naamwoord

flislegger m

  1. (beroep) tegellegger, tegelzetter, vloerder
Synoniemen
Hyperoniemen
  • bygningsarbeider
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.