floëem
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: floëem (hulp, bestand)
- IPA: /floˈem/
Woordafbreking
- flo·eem
Woordherkomst en -opbouw
- Komt van het Duitse woord Phlöem en van het Oudgriekse woord φλόος (floos), wat "bast" betekent.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | floëem | floëmen |
verkleinwoord | floëempje | floëempjes |
[1]
Zelfstandig naamwoord
het floëem o
- (beschrijvende plantkunde) het levende gedeelte van de vaatbundels in planten
- Het floëem is beschadigd door de chemische stoffen.
Verwante begrippen
- xyleem, bastweefsel
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord floëem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.