foeteraar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  foeteraar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • foe·te·raar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van foeteren met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord foeteraar foeteraars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defoeteraarm

  1. iemand die altijd boos is en dat uit met schelden, vloeken en commanderen
    •  

Gangbaarheid

  • Het woord 'foeteraar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.