fondsdokter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fondsdokter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fonds·dok·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fondsdokter fondsdokters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

defondsdokterm

  1. (geschiedenis) (beroep) dokter die met een ziekenfonds zaken doet

Gangbaarheid

  • Het woord fondsdokter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.